In de Tweede Kamer tijdens een Rondetafelgesprek over de evaluatie van de Participatiewet, op 20 februari, heb ik Marjan geïntroduceerd.
Namens de LCR kon ik daar ook onze zienswijze uitleggen aan Kamerleden en toeschouwers. Marjan is echt en zit al 20 jaar in de bijstand. Zij is ongeveer van mijn leeftijd, eind veertig. Marjans verhaal illustreert volgens mij perfect wat er mis is in de Participatiewet. Het laat zien dat bejegening, deskundigheid en luisteren naar mensen een voorwaarde is voor goede basisdienstverlening. Het laat ook zien wat er allemaal mis kan gaan als deze ingrediënten ontbreken en professionele hulp niet wordt geboden.
‘Als je net in de bijstand komt, krijg je hulp en moet je regelmatig solliciteren. Ik moest vijf keer per week solliciteren en kreeg hulp van een jobcoach bij het zoeken naar werk. In het begin stak ik veel energie in mijn sollicitaties, want als je goed wilt solliciteren, moet je je voorbereiden en enthousiast worden voor het bedrijf. Maar ik ontving de ene afwijzing na de andere. Na 3 à 4 jaar hoorde ik niets meer van de gemeente. Ik ben zelf op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk en ik werkte een aantal uren tegen betaling als dienstverlener voor mensen met een persoonsgebonden budget (pgb). De uren die ik betaald werkte, gaf ik op aan de gemeente. De gemeente liet verder niets van zich horen.
Ik constateer dat de aandacht van de gemeente voor mij in golven komt en gaat, als gevolg van nieuw landelijk of gemeentelijk beleid of een nieuwe wethouder. Ik voel mij speelbal van de gemeentelijke of landelijke overheid. Terwijl ik wel nuttig bezig ben. Ik doe vrijwilligerswerk. Iedere keer word ik gedwongen tot activiteiten die telkens doodbloeden wegens gebrek aan middelen of verandering van lokaal beleid.
Zo werd ik een aantal jaren geleden opgeroepen om te zien of een eigen bedrijf starten iets voor mij was. Ook zo’n nieuwe beleidsgril: veel mensen kregen dat aangeboden. Een lening via de gemeente was gemakkelijk te krijgen. De gemeente meende dat ik een eigen bedrijf zou kunnen opzetten in het kader van de dienstverlening die ik betaald verrichte voor pgb-houders. Dit leek op zich een goed idee en ik heb het geprobeerd met hulp van de gemeente. Helaas werden de pgb’s voor de dienstverlening die ik bood, kort daarna bevroren en strandde mijn bedrijf en bleef ik met een forse schuld achter.
Het mislukken van mijn eigen bedrijf en de problemen waar ik in het dagelijks leven tegenaan liep deden mij besluiten psychologische hulp te zoeken. Toen werd de diagnose autisme gesteld. Het bekend maken van mijn diagnose bij mijn begeleidster leidde tot de erkenning dat er dingen van mij waren gevraagd waaraan ik niet kon voldoen. Ik kwam weer terug in de bijstand en kreeg een nieuwe klantmanager. Ik voelde mij door haar begrepen en zij deed haar best voor me. Zij heeft mij onder andere geadviseerd over opname in het doelgroepenregister. Op zich een goed advies maar daardoor kreeg ik wel weer een andere klantmanager. Van haar kreeg ik geen goede hulp. Zij had geen verstand van mijn beperking. Ook kreeg ik weer een jobcoach maar ook die miste deskundigheid van autisme. Ik ervaar dat klantmanagers vaak onvoldoende deskundigheid hebben van de doelgroep mensen met een beperking.
Ik was teleurgesteld over de dienstverlening. Ik had vrijwilligerswerk waar ik mij gewaardeerd voelde. Ik heb ontheffing van de sollicitatieplicht gevraagd, niet omdat ik geen betaald werk wilde, maar omdat ik de kans dat het zou lukken zo klein achtte dat het onevenredig veel energie en teleurstelling kostte om het te blijven proberen. Omdat ik beschikbaar moest blijven voor betaald werk, kon ik ook geen plannen voor de lange termijn maken in vrijwilligerswerk waarin ik mij gewaardeerd voel en ook veel bij kan bijdragen. Ik heb het gevoel dat juist de eisen van de Participatiewet mij belemmerden om naar volle vermogen te participeren.
Mijn verzoek tot ontheffing van sollicitatieplicht leidde tot actie. En nu heb ik een werkervaringsplaats. Ik wil graag scholing. Ik heb daar een verzoek voor ingediend en dat ligt nu weer bij de gemeente. Ik hoop dat het mij nu gaat lukken om betaald werk te vinden. Als het weer niet lukt wil ik terug naar mijn vrijwilligerswerk en niet langer verplicht worden betaald werk te zoeken. Ik sta niet buiten de maatschappij. Het idee dat je alleen met een betaalde baan meedoet in de samenleving klopt niet. Ik wil niet telkens weer speelbal van beleid zijn zonder dat dit iets oplevert en mij zelfs terugwerpt. En ik zelf maar weer moet zien op te krabbelen.‘
Toen Marjan net in de bijstand kwam, mocht vrijwilligerswerk eigenlijk niet. Daarna mocht het weer wel. Nu is het verplicht. Het kan verkeren. De gemeente denkt dat ze jobcoaching zelf kunnen doen en er wordt onvoldoende toegezien op de kwaliteit van jobcoaching.
Wat we in dit uitkeringsverhaal van Marjan zien is een reeks gemiste kansen, die ertoe leiden dat een uitkeringsgerechtigde zonder adequate begeleiding jarenlang in de bijstand zit. Continu wordt gewezen op tegenprestatie. Nergens is het recht geformuleerd om gehoord te worden en ondersteuning te krijgen in de wijze waarop zij invulling willen geven aan hun bestaan.
Wenst de Tweede Kamer echt dat iedereen in deze samenleving meedoet naar vermogen? Wil de Tweede Kamer dat de afstand tot de arbeidsmarkt wordt verkleind zodat mensen die nu nog aan de kant staan ook kans maken? Dan moet de Participatiewet echt grondig worden gewijzigd en moet het recht op ondersteuning worden vastgelegd.
De andere fundamentele wijziging is het weghalen van de doelgroep jonggehandicapten en die onderbrengen bij de Wajong. Maar dat is weer een andere discussie…
Daar kom ik nog een keer op terug.
Amma Asante
LCR-voorzitter
Wij plaatsen regelmatig berichten op onze website. Die delen we graag! Wil je op de hoogte blijven van wat er speelt binnen de LCR en de onderwerpen waarmee wij ons bezighouden? Schrijf je dan in voor onze nieuwsdienst.